Wat gaat er allemaal om in het hoofd van een hooggevoelig kind?
Eerlijk over mezelf
Wie mij een beetje kent, weet dat ik een snelle prater ben. Zo ook in mijn praktijk. De onderwerpen die ik met kinderen en hun ouders bespreek rollen vlot van mijn tong. En als ik lekker op gang ben, vergeet ik daarbij wel eens goed te kijken naar het kind en dan met name naar zijn lichamelijke reacties. Dat is gelukkig iets waar ik me steeds meer bewust van ben. Want het is juist heel erg belangrijk om naar lichamelijke reacties te blijven kijken. Ze vertellen mij meer dan honderdduizend woorden.
Informatie verwerken
Een hooggevoelig kind heeft vaak meer tijd nodig om de informatie goed binnen te laten komen en te verwerken. Het kind verbindt de informatie met eerdere ervaringen, herinneringen, situaties, gevoelens enz. Dat heeft te maken met de intense verwerking. Eén van de kenmerken van hooggevoeligheid. Wanneer ik te veel informatie achter elkaar geef aan het kind, of mijn vragen te vlug achter elkaar stel, komt het wel eens voor dat het kind blokkeert. Alle verbindingen lopen door elkaar. Ik wacht niet, maar stel een nieuwe, aanvullende vraag. Juist omdat ik denk dat deze het kind gaat helpen. Maar nee dus. De nieuwe vraag zorgt weer voor andere verbindingen en het kind wilde net antwoord geven op die andere vraag. Error. Het is dus belangrijk om het kind de tijd en ruimte te geven om de vraag te verwerken. Kijk bijvoorbeeld naar het gezicht. Kun je zien dat het kind nog aan het denken is? Wacht dan als volwassenen even af. Wanneer je dit een aantal keren hebt gedaan weet het kind dat het van jou de tijd en ruimte krijgt om te denken. Dat zorgt ook voor een goede verbinding met jou.
Een voorbeeld wat er in het hoofd kan spelen
“Als ik nu buiten ga spelen net na het regenen, word ik misschien vies. Omdat ik modder op mijn broek kan krijgen of mijn kleren nat worden. Dan wordt mama boos en moeten mijn kleren in de was. Juist die broek die zo fijn zit. En dan moet ik een spijkerbroek aantrekken, die zo stug aanvoelt en waarin ik me niet lekker kan bewegen. Papa zegt altijd dat ik me niet zo moet aanstellen. Het is toch maar een broek. Papa begrijpt het niet altijd en mijn vriendjes ook niet. Zal ik maar niet buiten gaan spelen?”
Associatief vermogen
Hooggevoelige kinderen heb een sterk associatief vermogen. Dit kan ook leiden tot een langere denktijd. Zo komen kinderen tijdens het werken aan bijvoorbeeld een spellingsopdracht afbeeldingen tegen. De methodemakers hebben deze afbeeldingen erbij gezet om de leerlingen betrokken te laten zijn bij de opdracht. Voor hooggevoelige kinderen kan dit averechts werken. Door de afbeelding vergeten ze de opdracht, gaan verder associëren door de afbeelding en weten uiteindelijk niet meer dat ze met spelling bezig zijn.
Een voorbeeld over associëren
Ik ga meteen verder op de spellingsopdracht van hierboven. De spellingregel die centraal staat is de medeklinker verdubbeling bij het woord emmertje. Daarbij staat een leuk plaatje van een emmertje afgebeeld. Bij een hooggevoelig kind kan er dit gebeuren:
“De spellingregel medeklinker verdubbelen. Oh, wat een leuk plaatje van een emmertje. Daar speel ik altijd graag mee in de zandbak. Met het emmertje kan ik hele mooie kastelen maken. Net zo mooi als het kasteel van Sneeuwwitje in Disneyland Parijs. Daar was het zo leuk. Wanneer gaan we daar weer naar toe? Of gaan we dit jaar ergens anders op vakantie? Uhm, wat ben ik ook al weer aan het doen?”
Het kind moet dan als het ware weer helemaal opnieuw beginnen met het nadenken over de spellingregel. Vandaar die langere denktijd. Zonder al deze afleidingen kan het kind makkelijker bij de spellingregel blijven. Voor sommige kinderen zijn kale spellingregels dus beter. Ik heb dan ook wel eens opdrachten uit een werkboek geknipt, zonder de afbeeldingen. Ervaren wat dit met het kind deed.
Waarom je het kind niet begrijpt
Een opmerking van jou als ouder, leerkracht, gastouder enz., kan er voor zorgen dat het kind opeens heel boos of verdrietig reageert. Door die opmerking herbeleeft het kind het gevoel van de ruzie met een ander kind eerder op de speelplaats. Maar jij bent je niet bewust van het interne proces wat er zich afspeelt. Of welke herinnering/ervaring er nu bij het kind naar boven komt. Je reactie kan daarom ook vol onbegrip zijn. Zo van wat is er nu ineens aan de hand? Dáár hoef je toch niet boos of verdrietig om te zijn? Weet nu dat dit kan komen door het associatief vermogen van het kind. Zoek eerst weer de verbinding met het kind en ga op zoek naar de onderliggende gedachte of ervaring. Wanneer je deze ontdekt ga je merken dat je het ook kunt begrijpen. En dat helpt jullie allebei!
Moeilijk kunnen kiezen
Is er voor het kind volop keuze, dan kan het kind blokkeren. Bijvoorbeeld bij de vraag welke kleren wil je vandaag aan? Nu je weet dat ze bij elk kledingstuk gaan associëren, over eerdere ervaringen met het dragen van dit kledingstuk gaan nadenken en zich ook nog afvragen wat andere kinderen vinden van de kleding…… Dan kun je je voorstellen dat deze, in onze ogen simpele vraag, heel lang tijd nodig kan hebben voordat ze een beslissing kunnen nemen. Helpend daarbij is wanneer je als ouder de keuze beperkt. Bijvoorbeeld je kunt kiezen uit je roze jurkje, of je fijne joggingbroek. Welke wil je vandaag aan? Weet dan wel welke kledingstukken voor jou kind prettig zijn om te dragen. Stel geen open keuze vraag zoals: ‘Wat zou je vandaag willen eten?’ Maar geef een keuze tussen twee mogelijkheden. Het kind voelt zich op deze manier betrokken, mag zijn mening geven, kan meedenken, zonder dat het een overload wordt.
Weetje
Dit blog wil ik afronden met een aantal gegevens die uit onderzoek door Esther Bergsma zijn verkregen. 47% van de hooggevoelige kinderen denkt lang na over een vraag. 53% van de hooggevoelige kinderen blokkeert als er te veel keuzes zijn. In de klas kan een leerkracht hierdoor een onjuist beeld krijgen van de capaciteiten van het kind.
Hmmm, hier moet ik even over nadenken 😉.