Een vol hoofd!
Dit is iets wat ik geregeld terug hoor van zowel kinderen, jongeren, volwassenen als van mezelf 😉.
Door de vele prikkels die via alle zintuigen op ons af komen is er een heleboel om te verwerken. Ben je hooggevoelig, dan merk je al deze prikkels meer op en verwerk je deze dieper. Een prikkel die voor een ander nog niet hoeft op te vallen, kan bij jou zorgen dat je hoofd vol zit.
Het liefste willen we van dit volle hoofd af. We merken namelijk dat dit ons soms in de weg zit, maar ons vooral heel veel energie kost. Ik word er letterlijk moe van. Altijd maar overal over door denken, opnieuw nagaan hoe het gebeurd is, wat mijn rol in het geheel is, hoe reageerde de ander enz. En dan is dit nog maar 1 prikkel die me bezighoudt. Laat ik het maar niet hebben over de andere duizenden prikkels die ook nog in mijn hoofd rond spoken, zoals de onzekerheid omtrent de gezondheid van mijn moeder en of er vandaag nog actie ondernomen gaat worden wat haar pijn betreft, of dat we weer van het kastje naar de muur worden gestuurd…… Dit zijn voornamelijk de interne prikkels die ik ook ervaar.
Door de jaren heen heb ik voor mezelf wel een aantal ontdekkingen gedaan die mij helpen om de dingen in mijn vol hoofd te verwerken en daardoor dus een plekje te kunnen geven. Ik gun je een kijkje in mijn handleiding, zodat jij jouw handleiding kunt gaan ontdekken. Want wat voor mij werkt, hoeft voor jou of jouw kind, helemaal niet zo te werken.
Schrijven
Ik heb er een gewoonte van gemaakt om heel veel dingen op te schrijven. Vind ik iets belangrijk om te onthouden, dan schrijf ik het op. Meestal wel ontzettend gestructureerd hoor. Zodat ik het ook weer terug kan vinden. Door het op te schrijven gun ik mezelf, of mijn hoofd eigenlijk, meteen de ruimte om het los te laten. Ik heb het namelijk genoteerd en dan hoef ik er niet meer aan te denken.
Toen ik jaren geleden met een burn-out te maken had ben ik daarmee begonnen. Heel basaal eigenlijk door voor het naar bed gaan de dingen op te schrijven die ik de volgende dag op het programma had staan. Bang als ik was om niet goed voorbereid te zijn op de volgende werkdag. Ik sliep niet goed, lag veel te malen en was dan vooral bezig om de afspraken van de werkdag te doorlopen zodat ik het maar niet zou vergeten. Door deze voor het ‘slapen’ op te schrijven, had ik in de nacht meer rust. Schrok ik midden in de nacht toch weer wakker met een prangende gedachte in mijn hoofd, dan schreef ik hem meteen op. Een schrijfblok en pen lagen toen standaard op mijn nachtkastje. De volgende ochtend zag ik het dan weer staan en kon er overdag mee verder gaan. Dat is meestal ook de tijd dat je er iets mee kunt en niet midden in de nacht waar je anderen bijvoorbeeld niet kunt bellen om even na te vragen of je het een of ander wel goed begrepen hebt.
Overdag helpt het schrijven mij ook om de dingen te structureren en in perspectief te zetten. Wanneer ik het heb opgeschreven kan ik besluiten er pas over enkele dagen iets mee te gaan doen. Of misschien moet ik er juist meteen iets mee gaan doen. Prioriteiten stellen lukt me daardoor beter. En ik vind het ontzettend fijn om iets lekker af te vinken wanneer het klaar is.
Afgelopen jaar heb ik ook het flow schrijven ontdekt dankzij het persoonlijk ontwikkeltraject wat ik gevolgd heb bij Susan van Asten. Je schrijft wat in je opkomt, je schrijft als het ware je hoofd leeg. Bijvoorbeeld 5 minuten lang, maar je mag niet stoppen met schrijven. Je blijft doorschrijven, ook al is het een gekke zin, slaat het nergens op, of schrijf je bijvoorbeeld: ‘Ik heb geen idee wat ik nu nog wil schrijven, maar ik doe het gewoon maar. Beetje stom is het wel, wat ik nu schrijf…..’ Na 5 minuten stop je en lees je nog eens terug wat je geschreven hebt. Je onderstreept de belangrijke zaken voor jezelf en gaat ervaren welk effect dat heeft. Zeer verhelderend meestal. Probeer het maar eens uit of het iets voor jou is.
Bewegen
Je verwerkt prikkels door te bewegen. Voor de een is dat een flink stuk rennen, voor de ander rustig wandelen, yoga en weer voor een ander lekker springen op de trampoline. Door te bewegen voel je je lichaam. Daardoor ga je uit je hoofd en richt je je meer op wat je voelt in je lichaam. Tijdens het wandelen bijvoorbeeld voel ik de wind tegen mijn lichaam en gezicht blazen. Hoor ik veel meer geluiden om me heen, bijvoorbeeld het verkeer, de vogeltjes, blaffende honden enz. Kan ik lekker ver van me af kijken. Dat zijn de momenten waarop ik meer ontspan en dus toe kom aan het verwerken van de prikkels. Eerlijk gezegd zou ik soms meer mogen gaan bewegen. Tja, ook ik kom mijn eigen uitdagingen nog regelmatig tegen hoor.
Muziek
Voor mij is muziek echt een uitlaadklep en dus ook een hele mooie manier om te verwerken. Aan de ene kant het muziek luisteren. Tijdens het wandelen heb ik vaak oortjes in en ik kan echt genieten van de muziek. Zo mooi hoe het stereo mijn hoofd binnenkomt en samenkomt in het midden. Hoe ik een bekkenslag of triangel in mijn rechteroor hoor en de saxofoon solo vanuit mijn linker oor ontstaat. Op sommige momenten krijg ik er echt kippenvel van.
Aan de andere kant het zelf actief muziek maken. Ik speel zowel tenorsaxofoon als baritonsaxofoon. Sowieso twee repetitieavonden in de week. De repetities zijn voor mij momenten waarop ik mijn vol hoofd heel even ‘los’ kan laten. Zodra ik mijn saxofoon aan de mond zet en begin te blazen heb ik geen malende gedachten meer. Ik ga lekker in de muziek op en doe mijn best om de noten zo goed en muzikaal mogelijk neer te zetten. Onbewust is mijn vol hoofd tijdens het repeteren bezig met verwerken. En dat is fijn. Wanneer de repetitie stopt gaat mijn hoofd weer aan, maar wel een klein beetje minder vol dan voor de repetitie.
Friemelen en frutselen
Met je handen bezig zijn. Bijvoorbeeld lekker voelen in een bak met macaroni, rijst (eventueel gekleurd) of zand. Laat het maar lekker door je vingers glijden. Sorteren, iets maken, een gangetje graven enz. Dingen creëren, je er eindeloos in kunnen verliezen. Er is speciaal sensorisch spel materiaal ontwikkeld, maar je kunt ook allerlei kosteloos materiaal hiervoor gebruiken.
Het helpt je zintuigen te prikkelen, maar ook kan het helpen bij het reguleren van prikkels. Lekker bezig zijn met de kraaltjes, mini-steck, of aan het haken. Haken is iets wat ik tijdens de lockdown overigens weer veel gedaan heb.
Slapen
Afgelopen vrijdag met een medemuzikant het gesprek aangegaan over slaap. Hij wist me namelijk te vertellen dat het verwerken van de prikkels gebeurt tijdens de REM-slaap. Nou is het mij niet nieuw dat je ook tijdens de slaap je ervaringen van de dag verwerkt, maar wel dat dit dus specifiek gebeurt tijdens je REM-slaap.
Een gezonde slaap doorloopt 4 fases en dat meerdere keren in de nacht (3 – 5 keer van 90 – 120 minuten per keer):
– de sluimerfase
– de lichte slaap
– de diepere slaap
– de REM-slaap
De REM-slaap heeft een belangrijke functie. Ervaringen die we tijdens de dag hebben opgedaan verwerken. Dit is cruciaal voor het geheugen, het leren van nieuwe dingen, emotionele verwerking en je stemming. Een REM-slaap kan duren van 5 – 45 minuten. Zijn er nachten waarin je te weinig tot je REM-slaap toekomt, dan zul je dat merken overdag.
Dat herken ik ook weer. Na een mindere nachtrust zit ik minder goed in mijn vel. Mijn balans is niet zo goed waardoor ik juist meer prikkels ervaar omdat nog niet alle eerdere prikkels verwerkt zijn. En dat zorgt er helaas weer voor dat ik me nog meer moe voel. Mijn energie lekt als het ware weg.
Wat kun je doen om beter te slapen?
Beetje voor de hand liggend, maar het begint bij een goed slaappatroon. Niet te laat naar bed als je er ’s ochtends vroeg uit moet. Een goede combinatie tussen inspanning en ontspanning, vaker gaan bewegen of ontspanningsoefeningen voor het slapen gaan. Wanneer ik ’s avonds een workshop gegeven heb is het voor mij belangrijk om eerst even helemaal af te schakelen voordat ik naar bed ga. Doe ik dat niet, dan lig ik juist langer wakker omdat ik nog niet aan mijn slaapritme toe ben.
Vaak wordt er ook aangegeven een half uur voor het slapen niet meer op een schermpje te kijken. Jezelf al voorbereiden op het naar bed gaan door de dag af te bouwen.
Wat voor mij ook helpend is, is om tijdens het wakker liggen ’s nachts niet meer te gaan liggen denken: ‘Ik moet slapen, ik moet slapen’. Ik accepteer nu dat ik wel eens nachten wat meer wakker lig en probeer mezelf daarbij te ontspannen (iets wat de ene keer beter lukt dan de andere keer). Doordat ik er minder een ding van maak, is het ook minder een ding.
Hopelijk kan mijn handleiding jou helpen bij het ontdekken van je eigen handleiding.
Succes ermee.